‘De overstap bevalt me nog beter dan ik had gehoopt!’
| Carrièreswitcher | Ontdekdezorg week
Ik ben blij dat ik nu toch echt de stap naar de zorg heb gemaakt. Ik heb altijd geweten dat ik in de zorg wilde werken.’
Eva maakte in 2019 de overstap van publieksvoorlichter bij de Rijksoverheid, naar maatschappelijk werker in de gehandicaptenzorg. Nu is ze bezig met een opleiding tot verpleegkundige via een leer- werk traject bij een GGZ-organisatie. Tijdens haar vorige baan, beantwoordde ze allerlei vragen van mensen; veelal per telefoon, Whatsapp of Twitter. Hoewel dit op het eerste gezicht misschien ver van ‘de zorg’ lijkt af te staan, zijn er ook overeenkomsten te vinden. Met name als het gaat om het in goede verbinding staan met cliënten. En juist deze werkervaring brengt Eva dagelijks in de praktijk.
Eerder heeft Zorg aan Zet korte filmpjes opgenomen, waar Eva verschillende vragen over haar switch beantwoordde. Maar we zijn benieuwd; hoe gaat het nu met haar en is ze nog steeds blij met deze overstap?
‘Ja, prima! Ik ben blij dat ik nu toch echt de stap naar de zorg heb gemaakt. Ik heb altijd geweten dat ik in de zorg wilde werken.’ Eerder in haar carrière volgende Eva de opleiding tot mbo-verpleegkundige, maar heeft dit door persoonlijke omstandigheden niet af kunnen maken. Wel volgde ze de opleiding tot commercieel medewerker, waarna ze op een klantenservice en later als publieksvoorlichter voor informatie bij de Rijksoverheid ging werken. ‘Doordat ik altijd veel per telefoon heb moeten communiceren, kan ik duidelijk en rustig met iemand het gesprek aangaan. Dat komt nu in mijn huidige werk goed van pas.’
"Ga vooral eens meekijken, zodat je ziet wat zorg en welzijn nu eigenlijk is. In de coronatijd is dat natuurlijk lastiger geweest. Je kunt best een beeld hebben van de zorg, maar bekijk of het klopt met de werkelijkheid."
‘De overstap bevalt me nog beter dan ik had gehoopt. Ik heb een BBL-opleiding (leren en werken tegelijk) maatschappelijke zorg mbo niveau 4 gevolgd, die ik in juni 2021 versneld heb afgerond. Toch merkte ik al snel dat ik me ook graag met het medische gedeelte wilde bezighouden. Ik werkte in een woongroep in de gehandicaptenzorg en had hier zo kunnen blijven werken. Helaas was een vervolgtraject niet mogelijk. Via mijn huidige werkgever, Vincent van Gogh, een organisatie voor geestelijke gezondheidszorg kan ik me wel verder specialiseren als verpleegkundige in de GGZ, wederom via een leren-werken traject.’
‘Het voelde wel een beetje dubbel om deze stap te zetten, ik had het ook binnen de gehandicaptenzorg naar mijn zin. Om nu bínnen de zorgsector te wisselen, maakt de overgang een stuk kleiner. Want ook nu sta ik op een woongroep. Voor mij is de psychiatrie een nieuw werkveld, ik ben benieuwd wat ik hier nog tegen ga komen. Wat me bevalt, en wat misschien niet.’
‘Ja, ik heb veel geleerd. Vooral ook hoe je met bepaalde mensen het beste om kan gaan. Met gedrag waar je in het dagelijks leven niet snel mee te maken hebt. Hier komen gesprekstechnieken erg van pas. Ook merk ik soms dat cliënten moeite hebben om te verwoorden wat ze nodig hebben. Door bepaalde vragen te stellen, kom je hier toch achter. Je hebt dit voornamelijk in de gehandicaptenzorg veel, dat mensen moeite hebben om zich te uiten. Hoe hiermee om te gaan heb ik zowel tijdens mijn opleiding als op de werkvloer geleerd.’
‘Wat ik van collega’s aan feedback krijg, is dat ze mijn communicatie met cliënten sterk vinden. Dat ik empathie heb en rust meebreng. Juist ook in crisissituaties weet ik vaak rust en overzicht te bewaren. Dat krijg ik vaak te horen.’
‘Ga vooral eens meekijken, zodat je ziet wat zorg en welzijn nu eigenlijk is. In de coronatijd is dat natuurlijk lastiger geweest. Je kunt best een beeld hebben van de zorg, maar bekijk of het klopt met de werkelijkheid. Soms hoor ik weleens mensen zeggen die een carriere-switch hebben gemaakt: “het was niet wat ik dacht.” Het werk wordt dan onderschat en dat is jammer. Daarom druk ik op het hart om je echt goed te verdiepen in het werkveld.’
‘Nee, absoluut niet. Ook al is het met vlagen best zwaar werk, niet alleen fysiek maar ook mentaal. Zeker als je op een groep staat. Zo heb ik een cliënt die wel 40x per uur vraagt of ze iets mag, 8 uur lang. En dat terwijl er afspraken zijn dat ze ieder uur ‘iets mag’. Dan kun je denken: dat heb ik net al gezegd. Maar zo iemand zoekt juist veiligheid. Je moet daar goed tegen kunnen. Je bouwt in zo’n groep ook echt een band met iedereen op. Het is ook niet zo dat je deze cliënten maar eens in de week ziet. Als er dan iemand op sterven ligt of overlijdt, denk ik daar ook thuis weleens aan. Gelukkig kunnen we dit binnen het team goed bespreken. Ook biedt de organisatie coaching of hulp als je daar behoefte aan hebt. Daar is veel oog voor, dat is ook belangrijk.’