Lies Bocken (75) uit Weert wil niet met pensioen, ze wil blijven zorgen
| Ik Zorg | Zorgprofessional
‘Zorgmedewerkers als Lies zijn onze redders in nood’.
Lies Bocken (75) uit Weert werkt al 57 jaar in de zorg. En geen haar op haar hoofd die eraan denkt te stoppen. Zorgcentrum St. Joseph in Nederweert voelt als haar tweede thuis, haar collega’s van Land van Horne als familie. “Waarom zou ik met pensioen gaan als ik gezond ben en het mooiste werk kan doen wat er is: zorgen voor ouderen met dementie. Sterker nog: mijn werk als verzorgende IG houdt me juist scherp en fit.”
‘Tante Lies’ zoals haar jonge collega’s haar liefkozend noemen, geeft veel maar krijgt er naar eigen zeggen ‘het tienvoudige’ voor terug. “Het geluk zit voor mij in zoveel dingen. Een glimlach van een cliënt. Een compliment van een collega. Een vriendelijke groet. Of gewoon lekker met elkaar samenwerken. Zonder overdrijven: de sfeer binnen onze woongroepen is geweldig. We doen ons werk met veel plezier en een flinke dosis humor en hebben aan een half woord genoeg. Het gaat eigenlijk als vanzelf. ”
Met haar Mulodiploma op zak begon Lies in 1962 als administratief medewerkster in het St. Jans Gasthuis. Dat was toch niet wat ze voor ogen had. “Ik heb geen zitvot, ik moet kunnen lopen. En zorgen. En dus begon ze aan de opleiding tot verpleegkundige. Twintig jaar later werkte ze op diverse afdelingen in het Weerter ziekenhuis. Het zorgen zat er altijd al in. We hadden vroeger een boerderij thuis. Als tweede in een gezin van acht kinderen was het flink aanpoten geblazen”, memoreert de Weertse.
In 1984 stapte ze over naar de ouderenzorg. Om er nooit meer weg te gaan. Maar liefst 22 jaar werkte de verpleegkundige als nachthoofd in verpleeghuis St. Martinus in Weert. In 2011 stond ze voor een dilemma. “Ik werd 65, moest met pensioen, maar wilde niet weg omdat ik het werk nog veel te leuk vond. Alleen de gedachte aan stoppen vond ik al verschrikkelijk”, zegt de verzorgende voor wie Moeder Teresa een grote bron van inspiratie vormt.
In overleg met de toenmalige directeur van Martinus en haar leidinggevende kwam er een oplossing. Niemand wilde Lies kwijt, ze was goud waard. Na zes tijdelijke contracten kreeg de 75-jarige Weertse april vorig jaar een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Op papier werkt ze 16 uur per week, in de praktijk maakt ze er geregeld 30. Lies draait haar hand er niet voor om, ze springt bij waar nodig, heeft oog en aandacht voor haar collega’s, staat open voor feedback en houdt net als de rest van het team haar kennis via online bijscholingen op peil. De laatste jaren werkt ze als verzorgende IG en is ze helemaal op haar plek in zorgcentrum St. Joseph in Nederweert. “Niets geeft zoveel voldoening als zorgen voor ouderen met dementie. Het allerbelangrijkste is dat je hen niet corrigeert, maar juist meegaat in hun belevingswereld en hun fantasie. Ik herinner me een mevrouw, ze was 100 geworden. Ik vroeg haar hoe haar verjaardag was geweest. Ze zei: ‘Ik ben geen 100, dat kan niet.’ Waarop ik haar uitdaagde: ‘Denk maar eens goed na, U heeft alle tijd.’ Niet veel later wist ze het ineens weer. ‘O ja, zei ze, ik ben 100 geworden. En weet je wat ik het mooiste vond? Dat mijn ouders op bezoek zijn geweest. Met een hele, grote bos bloemen.’
“Net als iedereen in de zorg doe ik gewoon mijn werk. Hoelang ik nog wil doorgaan? Zolang ik gezond blijf.” Ze sluit af met een onvervalste schaterlach. “Ik ben nou al een oude muts. Op m’n 80e is het wel mooi geweest, niet?”
Lies is niet de enige zorgmedewerker voor wie leeftijd niet telt. Ook twee andere dames in het team van St. Joseph hebben ervoor gekozen om na hun 65e te blijven werken of weer naar het vertrouwde nest terug te keren. Bij Stichting Land van Horne zijn ze er “ongelooflijk blij” mee. “Medewerkers als Lies zijn onze redders in nood. In deze uitdagende tijd waarin meer dan de helft van ons personeelsbestand ouder is dan 45 is elk extra handje meer dan welkom. Het is fantastisch dat zij ons willen blijven helpen, al is het alleen al om de schat aan kennis en ervaring die zij met zich meebrengen”, zegt teamleider Carole Van Velthoven-Kanters.